Ontwikkeling USC  – Universitaire gemeenschap. Wapen, spreuk en vlag.

Het USC is ontstaan als de natuurlijke gemeenschap van studenten te Utrecht. Lange tijd zagen Universiteit en Studentencorps hun onderlinge verhouding zó dat zij elkaars gespiegeld complement waren. De universiteit werd geleid door de Rector Magnificus en de Academische Senaat. Het USC door Rector en Senaat. (Aanvankelijk werd, o.a. in de Codex Legum Boek der Wetten, Wetboek. Het gehele document is in het Latijn. Van Vredenburch (blz. 267-292) geeft de complete tekst. van 1814 van de Senatus Veteranorum, de eerste man van die Senaat Ook de eerste man van de Senatus Veteranorum Glirium werd Rector Magnificus genoemd. Die benaming werd eveneens gebruikt voor de functionaris die in 1848, bij de Vereeniging der Wetten aantrad. ook Rector Magnificus genoemd.)
 Het Utrechtsch Studenten Corps voert het wapen van de Universiteit Utrecht zoals dat door de Universiteit van oudsher gevoerd Tot 1992 voerde het USC het actuele wapen van de Universiteit. In dat jaar liet de Universiteit haar wapen ‘moderniseren’. Alleen al om praktische redenen – al die documenten, al dat zilverwerk waarop het oorspronkelijke wapen staat –  is het USC hier niet in meegegaan. De Corpswet beschrijft sinds mensenheugenis in heraldieke terminologie het wapen van het USC: “Dit wapen is: geschuind van zilver en keel; het schild geplaatst in het hart van een effen zon met zestien stralen van goud.” Tot 1992 beschreef die heraldieke volzin het wapen van de Universiteit – het USC voerde dat wapen. En in de Wet stond vroeger dan ook “Het USC voert het wapen van de Universiteit Utrecht”. In genoemd jaar plaatste de ontwerper van het gemoderniseerde wapen, nu logo genaamd, de zinspreuk Sol Iustitiae Illustra Nos in een cirkel rond de zon met tussen iedere letter of spatie een straal   --> 26 stralen. werd (Art. 3.2 Corpswet). Het USC voert ook de spreuk van de Universiteit Utrecht: "Sol Iustitiae Illustra Nos"naar het Bijbelboek Maleachi 3:20 (vertaald: 'Zonne der Gerechtigheid, verlicht ons !')
De vlag van het Utrechtsch Studenten Corps wordt gevormd door zeven horizontale banen in de kleuren waarmee het Corps van oudsher de faculteiten onderscheidde; van boven naar beneden: roze (Godgeleerdheid), rood (Rechtsgeleerdheid; thans: Recht, Economie, Bestuur en Organisatie), groen (Geneeskunde), geel (Wiskunde en Natuurwetenschappen; thans Bètawetenschappen), donkerblauw (Letteren; thans Geesteswetenschappen), paars  (Diergeneeskunde), en lichtblauw (Sociale Wetenschappen) (Art. 3.3 Corpswet). Deze vlag oogt identiek aan de protocollaire vlag van de Universiteit; de Universiteit heeft daarnaast een tweede vlagDat is de vlag die in beeld komt in de opening van de video ‘Don Quichot en Sancho Panza onderweg naar de Domkerk’, zie hieronder. voor meer algemeen gebruik. Na het opheffen van de faculteit Godgeleerdheid ging de Universiteit de roze baan toeschrijven aan de faculteit Geowetenschappen. In het kielzog hiervan is het USC bij bullen en honorairenlinten van ingeschrevenen bij die faculteit de kleur roze gaan gebruiken.

PHRM_wapen_transparant.v5.png
Het Corpswapen.
corpsvlag_goed.png
De Corpsvlag.

Het Corpswapen. De Corpswet beschrijft in heraldieke terminologie: “Dit wapen is: geschuind van zilver en keel; het schild geplaatst in het hart van een effen zon met zestien stralen van goud.” (Keel betekent vermiljoenrood, zilver en goud worden afgebeeld middels wit en geel.) (Op oudere afbeeldingen van het wapen, van vóór het moment dat die zestien voor de Universiteit de standaard werd en door het USC in de Corpswet werd vastgelegd, ziet men soms een ander aantal stralen. Zoals in het Corpsvaandel (van 1867), daar 22 stralen.)

Na die fase van ‘natuurlijke gemeenschap’ waren er twee bewegingen. Enerzijds werd het USC in toenemende mate een gestructureerde vereniging. Anderzijds voelde een toenemend deel van de studenten zich niet betrokken bij het Corps. Langere tijd werd, zowel door de Academische Senaat, die graag één aanspreekpunt wilde hebben, als door de Senatus Veteranorum het idee van universele vertegenwoordiging van alle studenten nagestreefd. Zo rond 1890 ontstonden er andere verenigingen  En dat is maar goed ook. Er wordt over deze ontwikkeling soms geschreven en gesproken alsof die betreurenswaardig zou zijn. Wie dat meent, make zich een voorstelling van hoe het zou zijn als het USC heden ten dage nog de enige algemene studentenvereniging zou zijn. en andere vormen van vertegenwoordiging. Decennia later is dat streven verdwenen, want ingehaald door de tijd.