Lustrumvieringen en Maskerades

Het USC viert de lustra van de universiteit. De feestelijkheden waren tevens een cadeau aan de stad en haar inwoners (nou ja, cadeau, er werd ten behoeve van het lustrum ook geld ingezameld onder 'de burgerij'). De lustra van 1736 en 1786 zijn hierboven genoemd.
Dat idee van een stoet studenten die opgetuigd en verkleed door de stad trok, werd na de Franse Tijd een vijfjaarlijkse gebeurtenis. De eerste keer was in 1819, vijf jaar na het herstel van de universiteit. Na de lustrumviering van 1829 besloot de universiteit om niet langer 1814, maar opnieuw het oprichtingsjaar 1636 op te vatten als ijkpunt. Het USC bewoog beide keren mee – het viert immers de lustra van de universiteit. Dat er sindsdien, in de jaren dat het USC lustrum viert, ook een lustrum-sociëteitsdies valt, is puur toeval. (Bij de lustrumvieringen van 1736 en 1786 was er nog geen PHRM; in 1819, 1824 en 1829 viel er geen lustrum-sociëteitsdies.)

In 1836, de eerste maskerade van de nieuwe reeks, ontstond onder de leden het idee om lustrum en maskerade op te hangen aan een historisch thema. In dat jaar verbeeldde de maskerade de intocht van het Staatse leger onder Prins Maurits in 1600 in Oostende, na de slag bij Nieuwpoort.

Maskerade_1836.png
Na de lustrumviering van 1829 besloot de Universiteit om niet langer 1814, maar opnieuw het oprichtingsjaar 1636 op te vatten als het ijkpunt. Maskerade van 1836, op de Neude, bij avond.

De eerste decennia werd met de maskerade vaak een historische intocht, optocht of ontvangst uitgebeeld. Later kwam de persoon van de Hoofdfiguur meer centraal te staan. In nog weer latere jaren werd een intellectueel thema een nadrukkelijk element. De duur van de lustrumviering nam in de loop van de tijd toe, van een dagdeel naar meer dan een week. Het idee van een historisch thema is vaak herhaald, zo onder andere: Germanicus (1906), Ichnaton (1926) en Xerxes (1956). Zie verderop voor een lijst van alle lustra van 1736 t/m 2021.
,br>De afbeelding toont affiches van het 58e, 59e, 62e en 63e lustrum (dit telt steeds vanaf 1636). 

Posters_Maskerades.png
Posters van het 58e, 59e, 62e en 63e lustrum. Telt steeds vanaf 1636. Overigens werd, behalve in de periode 1976-2011, een telwoord ook vaak weggelaten.

De vorm van de lustrumviering wisselde uiteraard met de tijd. Een Intocht, een Maskerade-optocht, een Hoofdpersoon, een Lustrumspel (menigmaal geschreven door een lid; nogal eens als openluchtspel met duizenden zitplaatsen) en een Honorairentravestie vormen geliefde elementen.

Compilatie Honorairentravestie. Van Die Fledermaus (1976) tot Romy o Julia (2021)

Daarnaast werden er in het verleden uitgebreide activiteiten, ‘Volksfeesten’, sportwedstrijden, kermissen, jaarmarkten, vuurwerkshows etc. speciaal voor de ‘burgerij’ georganiseerd.

volksspelen.png
Openluchtspel_1936.jpg
Openluchtspel De Groote Geus op Mereveld, 1936. Het decor verbeeldt het Kasteel Vredenburg, het symbool van de Spaanse macht.

Het lustrum Germanicus staat bekend als het meest extravagante lustrum ooit. In absolute zin: wagenrennen in een nagebouwde Romeinse renbaan. Er werden hiertoe 59 paarden (Lithauers) geïmporteerd. En helemaal in relatieve zin: in een stad en mede voor de burgers van die stad, waar verder maar zelden iets gebeurde, het ‘grijze, stille Utrecht’ van het PHRM-lied (1916).

het_grijze_stille_utrecht.png
Het 'grijze, stille Utrecht’
Germanicus_intocht.png
Germanicus op zijn ceremoniële strijdwagen, Maskerade-optocht 26 juni 1906.
Ommegang_1.png
Intocht van de Imperator Germanicus in de Circus Maximus, ter bijwoning van de Wagenrennen, 27 juni 1906.
Wagenrennen_1906.jpg
De Wagenrennen, 27 juni. Op 29 juni vond een tweede wedstrijd plaats.


 Bij een ‘klassieke’ Maskerade deed de stad Utrecht mee en was naar het lustrumthema versierd. Winkeliers en café-eigenaren tooiden hun zaak naar het thema.

 
Schermafbeelding_2021-06-19_om_15.06.43.png
'Winkeliers en café-eigenaren tooiden hun zaak naar het thema.’ Oud-Egyptische sferen voor het Lustrum Ichnathon (1926), hoek Voorstraat - Lange Jansstraat.
Schermafbeelding_2021-11-17_om_13.14.56.png

PHRM tijdens het lustrum Dsjenghis Khan Het Janskerkhof was toen herschapen in een Mongools tentenkamp. Ook boven het terras van PHRM zijn tentdoeken aangebracht. De toegang tot de kroeg is via een poort met decoraties uit de antieke tijd, in Perzische stijl. (Dsjenghis Khan veroverde het betreffende gebied vele eeuwen na de antieke tijd, rond 1220.) (1951).

De leden liepen in groten getale en verkleed, dit nogal eens op schitterende wijze, in de Maskerade-optocht. De laatste ‘onbetwiste’, probleemloze versie was in 1961 (Villon). Bedrijven aan de route van de maskerade-optocht verhuurden de ramen op de eerste verdieping aan leden van de burgerij die het schouwspel niet wilde missen. De tijdgeest maakte dat de laatste feitelijke klassieke Maskerade in 1966 was, bij het lustrum Jimmy Walker. In 2006 bij het lustrum Peter Stuyvesant begon, in samenwerking met de universiteit, een Maskerade ‘nieuwe stijl’, in een veel beperktere opzet.

Afbeelding_Bakkersbrug.png
De stad versierd. De Bakkerbrug en het Stadhuis met de Stadhuisbrug bij het lustrum Villon (1961). Bovenop het Stadhuis rechts wappert een Universiteitsvlag, dan wel de Corpsvlag.
Afbeelding_jimmy_walker.jpg
Jimmy Walker rijdt door 'New Walker City’ (1966).

Schermafbeelding_2021-11-17_om_13.17.50.png
'De mooiste, de legendarische maskerade-optochten kenden een zeer strakke en gedetailleerde regie'. Koning Karel VII met zijn gevolg (1901)

Aanvankelijk waren de feestelijkheden bij een lustrum het spontane initiatief van het Studentencorps — de Universiteit beperkte zich voornamelijk tot plechtigheden. Van het midden van de 19e eeuwHet boek Heel Utrecht loopt uit ! noemt, blz. 24, 1848 als eerste jaar dat dit gebeurde.
Drie jaar vóór het lustrum van 1851 lijkt ongebruikelijk vroeg. Bij navraag blijkt er geen primaire bron voor deze datering.
(een tijdsgewricht waarin het USC de enige algemene studentenvereniging was) tot midden in de 20e eeuw verzochtHet boek Heel Utrecht Loopt Uit ! spreekt, blz. 24, van "draagt op". Dat was niet de verhouding. de Academische Senaat aan de Senatus Veteranorum de studentenzijde van de lustrumviering te organiseren. De feitelijke organisatie werd gedaan door de Maskeradecommissie. Voor het lustrum van 1946 ging het verzoek echter naar het overkoepelend orgaan van alle Utrechtse gezelligheidsverenigingen. Wel was de feitelijke organisatie geheel in handen van het USC. Voor 1951 ging het verzoek weer naar de Senatus Veteranorum, met het idee dat alle gezelligheidsverenigingen zouden samenwerken. Alleen met de UVSV kwam samenwerking tot stand. Andere verenigingen trokken zich terug en Veritas organiseerde eigen feestelijkheden. Die onenigheid leidde ertoe dat voor 1956 het verzoek van de Academische Senaat uitbleef. (Bedacht kan worden dat de lustra vanaf 1736 tot het midden van de 19e eeuw en de lustra vanaf 1956 alle zonder zo’n uitnodiging zijn gevierd.) De Corpsvergadering besloot daarop het lustrum ‘in eigen kring’ te vieren.

De 100-tallen en tot op zekere hoogte de tussenliggende 50-tallen waren steeds bijzondere lustra.
1736, 100 jaar: de eerste Maskerade
1786, 150 jaar: de oervorm van de Intocht
1836, 200 jaar: nieuwe reeks, eerste maal een historisch thema

Afbeelding_maskerade_rol.jpg
Maskeraderol 1836. De rol vermeldt o.a.: ''Tweede Eeuwfeest der Utrechtsche Hoogeschool''.

1886, 250 jaar: uitbeelding van drie geschiedkundige Utrechtse feiten, waaronder de stichting van de Hoogeschool.
1936, 300 jaar: Lustrum De Groote Geus, de Hoofdfiguur is Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands. Als uiting van
"de nauwe saamhoorigheid van studentenleven en Academie‘Voorbericht’ in de Corpsbijbel" verscheen er een serie van drie banden:

  • De Utrechtsche Universiteit 1636-1936, Eerste deel, 1636-1815
  • De Utrechtsche Universiteit 1636-1936, Tweede deel, 1815-1936,
  • Het Utrechtsch Studentenleven 1636-1936, aka De Corpsbijbel.

1986, 350 jaar: 50 jaar na het verschijnen van het laatstgenoemde werk, publicatie van het boek Het Utrechtsch Studenten Corps 1936-1986 , een aanvulling op de Corpsbijbel.

Ten aanzien van 2036, 400 jaar Utrechts Studentenleven, is nog alles onbekend. Behalve dat ook dat het mooiste Lustrum zal worden.

3banden.jpg
De serie van drie banden
degrotegeus.jpeg
300 jaar Universiteit Utrecht. Het lustrum De Groote Geus (1936). Door de naam van het lustrum, in rode letters U S C.

Vanaf 1836 tot en met 1971  In 1971, net als in alle voorgaande lustrumjaren, dacht echt niemand dat de lustrumviering van het USC iets met 1816 of met PHRM te maken had. Het USC vierde, als tevoren, het lustrum van de Universiteit, met de blik op 1636. De organisatie was in handen van de MC. Eerder dat jaar, op  2 maart 1971, was sociëteitsdies gevierd. Na het samengaan van Senaat en Commissie, nu georganiseerd door de Senaat.
(In 2016 werd deze dag als een prelustrale activiteit door de MC georganiseerd.)
en sinds 2016 De bron van de lustrumviering is dat jaar, na aanvankelijk een fase van verwarring, weer correct opgevat. Zie het boek PHRM 1816-2016, blz. 15 en zie ook de Reünistenvox van mei 2016, blz. 66-67. Deze Vox was geheel gewijd aan het Lustrum dat van 9 t/m 17 juli 2016 gevierd ging worden.
Het verslag, door de ab Actis van de MC, van het voorbije Lustrum in de Reünistenvox van 2017 (blz. 10 vv.) opent met: “Amper één jaar na de viering van het USC-lustrum (1636-2016) en voorts van het 200-jarig bestaan van PHRM …”
 is het principe dus als volgt. Op of rond 26 februari wordt sociëteitsdies (in alle jaren van het bestaan van de Kroegcommissie door die groep georganiseerd) gevierd, een maal per vijf jaar een lustrum-sociëteitsdies, ijkjaar 1816. Later in een zodanig jaar viert het USC lustrum met 1636 als referentiepunt, organisatie door de Maskeradecommissie.