Overige wetenswaardigheden

Gargantua

Regionale gezelschappen van reünisten worden Gargantua genoemd. De Franse humanist Rabelais schreef in de 16e eeuw een literatuur-historisch belangrijk werk, een verhalencyclus over twee reuzen, Gargantua en Pantagruel, die onder andere hielden van ouwehoeren, schransen en drinken.

bronnen-fotos-utrecht_sticht_en_oversticht_-_kaart.jpg
Het Nedersticht en het Oversticht. Als er nu over het Sticht gesproken wordt, heeft men het gebied van het Nedersticht op het oog, zonder al te veel idee van de begrenzing.
Het Sticht
“Een geel gebouw, het hart van ’t Sticht”, “Stichtse schonen”, “…en leev’ zolang het Sticht bestaat…”, waar ligt dat Sticht eigenlijk? Het gebied waarover, in vroeger tijden, een bisschop als heer/vorst wereldlijke zeggenschap had, wordt sticht genoemd. Het had andere grenzen dan het bisdom, waar de bisschop kerkelijke zeggenschap had en heeft. Tot 1528 had Utrecht een prins-bisschop. Het sticht van die bisschop omvatte zowel de stad Utrecht met een gebied rondom de stad, het Nedersticht, als een veel groter gebied op afstand daarvan in het noordoosten van de Lage Landen, het Oversticht, het Euversticht voor (pseudo)locals. Als er nu over het Sticht gesproken wordt, heeft men het gebied van het Nedersticht op het oog, zonder al te veel idee van de begrenzing.

Senatum nos agnoscimus

Waarom zingen sommigen “Senatus nos agnoscimus” ? Dit is niet bekend. Wat de vraag al impliceert: het is “Senatu(vierde naamval) nos agnoscimus, Senatum  nos diligimus”.

 

Slot en toekomst

Studentencorpora worden vaak gezien als star en afkerig van iedere verandering. Wie zich verdiept in de geschiedenis van het USC ziet juist het tegenovergestelde. Het is een geschiedenis van voortdurende aanpassing en flexibiliteit, van experimenteren en van nieuwe ideeën. Daarbij heeft dit alles vast ook een vleug van
Als wij willen dat alles blijft zoals het is, dan moet alles veranderenDit laat schrijver prins Tomasi di Lampedusa zeggen door neef Tancredi in zijn historische roman  De Tijgerkat.”

Hoe kunnen wij dit overzicht beter besluiten, dan met het citeren uit het slot van Het Utrechtsch Studenten Corps 1936-1986 ?
“Een conclusie kunnen wij (…) nog trekken. Daartoe geven wij het woord aan de voormalige Russische ambassadeur in Nederland, Romanov. Deze antwoordde na een lezing voor de Algemeene Debating-Club in 1978 op een angstige vraag uit de zaal over een mogelijke Russische inval op het Westen, met een accent dat in geen Amerikaanse spionagefilm zou misstaan: Whatever will happen, your Yellow Castle will be preserved."
Dat is ook goed nieuws voor het USC.
Zo zij het.


 

De lustra van 1736 t/m 2021

  • 1736 Bacchusmaskerade
  • 1786 Oervorm van de Intocht, Illuminatie
  • 1819 - (Zie voor het ‘verspringen’ van het jaar hierboven bij Lustrumvieringen en Maskerades)
  • Kort na het einde van de Franse Tijd een satirische maskerade waar de gepoederde pruiken van de weerzinwekkende Fransen centraal stonden.
  • 1824 - Losse groepen
  • 1829 - Idem
  • 1836 Intocht van het Staatse leger onder Prins Maurits in 1600 in Oostende
  • 1841 Ontvangst van Graaf Willem II binnen Utrecht in 1249
  • 1846 Plechtige ontvangst van Prins Filips II, prins van Spanje, in Utrecht in 1549
  • 1851 Holland’s Roem en Grootsheid - historische taferelen
  • 1856 De grondleggers van Neêrlands vrijheid
  • 1861 Taferelen uit de ontwikkelingsgeschiedenis der Europese volkeren in de Middeleeuwen
  • 1866 - Lustrumviering een jaar uitgesteld i.v.m. een cholera-epidemie
  • 1867 Bezoek van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië te Brugge in 1477 - In de Senaatskamer, achter de stoel van de Rector, staat het Corpsvaandel met het jaartal 1867. U begreep nooit zo goed waar dat jaartal op slaat.
  • 1871 - Geen lustrumviering, mede vanwege een pokkenepidemie
  • 1876 Intocht van Karel de Stoute in Zutphen in 1473
  • 1881 Intocht van Aartshertog Matthias van Oostenrijk binnen Brussel in 1578
  • 1886 Uitbeelding van drie geschiedkundige Utrechtse feiten:
  • - De Unie van Utrecht in 1579
    - De stichting van de Hoogeschool in 1636
    - De Vrede van Utrecht in 1713
  • 1891 Optocht der deelnemers aan de slag bij St. Quentin in 1557
  • 1896 Het Ridderhofspel te Wenen in 1560 aan het hof van Maximiliaan van Bohemen
  • 1901 Intocht van Karel VII binnen Reims in 1429
  • 1906 Triomftocht van de Imperator Germanicus binnen Rome in 17 na Chr. - Als hierboven opgemerkt het meest extravagante lustrum ooit. De Hoofdfiguur van het lustrum, de student H.B. VerLoren van Themaat, stak persoonlijk een aanzienlijk geldbedrag in de vieringen. Vaak wordt gedacht dat Germanicus een Romeins keizer was. Hij was een belangrijke publieke figuur, lid van het regerende Julisch-Claudische huis, een zeer succesvol veldheer en werd tot Imperator uitgeroepen, maar tijdens zijn leven waren Augustus en Tiberius keizer.
UU139.jpg
Het Corpsvaandel
Germanicus_1906.jpg
VerLoren van Themaat als Germanicus
VerLoren had zich grondig verdiept. Hij ging, ter voorbereiding op zijn rol, colleges Latijn volgen. Met zoveel succes dat hij tijdens het lustrum, bij een ontvangst, een in het Latijn tot hem gerichte rede in dezelfde taal voor de vuist beantwoordde. Enige weken voor het Lustrum verscheen van zijn hand een lijvig boek over de toestanden en gebruiken te Rome ten tijde van keizer Tiberius. Bij de Wagenrennen op 27 juni waren aanwezig Emma, de Koningin-moeder, en haar schoonzoon Prins Hendrik. De prins maakte van een pauze gebruik om een bezoek te brengen aan Germanicus. Vervolgens bracht de Hoofdfiguur, op het door Emma geuite verlangen, een bezoek aan de koninklijke loge. Zowel de Koningin-moeder als de prins aanvaardden enige gedenkpenningen uit zijn hand (Corpsbijbel blz. 206-208). Het vaak vertelde verhaal als zou de Koningin de Hoofdfiguur naar haar loge genodigd hebben en VerLoren gezegd zou hebben ‘Laat de koningin maar naar de keizer komen’ is apocrief. Koningin was toen Wilhelmina en die was niet aanwezig. Germanicus was geen keizer. En het verhaal doet VerLoren, een wellevend man, tekort.
  • 1911 Het Beleg van Utrecht in 1345
  • 1916 - Beperkte viering i.v.m. de Wereldoorlog. Lustrumspel De fluitende Pelikaan.
  • 1921 De wijsheid en de vijf faculteiten der Universiteit
  • 1926 IchnatonFarao Amenhotep IV, vergriekst Amenophis IV, veranderde rond het vierde jaar van zijn regering zijn naam in Ichnaton, ook weergegeven als Echnaton, Achnaton, Akhenaten en nog andere transliteratievarianten. - in het openluchtspel moet, in historische verdichting, de Egyptische dichter-farao Ichnaton wijken voor een man van de daad, de veldheer Horemheb. C.J. Graadt van Roggen was president van de Maskeradecommissie en de schrijver van het stuk. De muziek bij het spel werd gecomponeerd door het lid Emile Enthoven, die hieruit ook de Ichnatonsuite Dit stuk werd ook een aantal malen uitgevoerd door het Concertgebouworkest o.l.v. Mengelberg. De suite is te beluisteren op YouTube (Emile Enthoven Ichnaton suite).  (opus 15a) samenstelde. Een zeer doordacht en artistiek lustrum. Het spel was een dusdanig succes dat het op verzoek van het Nederlands Olympisch Comité bij de officiële opening van de Olympische Spelen van Amsterdam, in 1928 in het stadion daar opnieuw werd opgevoerd. Enthoven dirigeerde ditmaal zelf het orkest. 
  • 1931 Cortez - Hernán Cortéz, ook wel gespeld Cortés, een Spaanse conquistadorIn het boek Het beste Jaar ! blz. 87, wordt Cortez beschreven als “de Mexicaanse vrijheidsstrijder”. Daar zullen Moctezuma en de andere oorspronkelijke bewoners anders over gedacht hebben. , de veroveraar van het Azteekse rijk.
  • 1936 De Groote Geus - d.w.z. Willem van Oranje.
  • Het 300-jarig bestaan. Er verscheen een serie van 3 banden:
  •   - De Utrechtsche Universiteit 1636-1936, Eerste deel, 1636-1815
      - De Utrechtsche Universiteit 1636-1936, Tweede deel, 1815-1936
      - Het Utrechtsch Studentenleven 1636-1936, aka De Corpsbijbel.
  • 1941 - De 24e juni was de enige lustrumdag voor leden en reünisten. (Er werd wel een burgerweek vol evenementen georganiseerd.) Rector Senatus Veteranorum, J.F.B. van Hasselt, hield in de Domkerk een rede met een dusdanig onmiskenbaar anti-Duitse lading dat het uitspreken grensde aan een verzetsdaad. Later die dag werd buiten, bij de tijdelijke sociëteit Tivoli Voor die tijdelijke sociëteit  zie Mijlpalen, 1940. Het concertgebouw Tivoli stond in 1941 aan de Kruisstraat. Het boek Heel Utrecht Loopt Uit ! plaatst, blz. 130, de gebeurtenissen bij de sociëteit Tivoli  ten onrechte in en rondom het concertgebouw Tivoli. , geëmotioneerd het Wilhelmus gezongen. Er werd ter gelegenheid van het lustrum een penning geslagen met een regel uit het volkslied in zijn oorspronkelijke tekst: “Stantvastich is ghebleven mijn hert in teghenspoet”; ‘mijn hart in tegenspoed’ in de hedendaagse bewoording.
  • 1946  Quo Vadis? - vertaald ‘Waarheen gaat gij?’, een vraag die gesteld werd in het begin van de wederopbouw na de verschrikkingen van de oorlog.
  • 1951  Dsjenghis Khan - de Mongoolse heerser uit de 13e eeuw
  • 1956 Xerxes - Xerxes I of Xerxes de Grote, de  Perzische  Het boek Heel Utrecht Loopt Uit ! verwart, blz. 42, de strijdende partijen en noemt Xerxes een Griekse koning. koning der koningen uit de vijfde eeuw voor Chr; hij wordt in Perzen van Aischylos door zijn moeder en door de schim van zijn vader "een ellendige dwaas" genoemd.
  • 1961 François Villon - een dichter, dief en vagebond. Villon is de beroemdste Franse dichter van de late middeleeuwen. Een beeldje van de Hoofdfiguur van het lustrum, de student N.M.A. ter Linden als Villon bevindt zich in de straat Achter de Dom. Een beeld even elegant als het betreffende lustrum.
  • 1966 Jimmy Walker - een flamboyante burgemeester van New York ten tijde van de Drooglegging (een VS-breed totaal verbod op alcohol), Walker spande zich in om die drooglegging te omzeilen.
  • 1971 Coriolanus of ‘In de macht van de politiek’ - Coriolanus was een Romeinse politicus en held, bekend door het gelijknamige stuk van Shakespeare.
  • 1976 Lucifer - de engel die in opstand kwam. Het lustrumstuk Wie beeft is schuldig was een daverend succes.
  • 1981 Max Havelaar - bleek een ijzersterk thema.
  • 1986 Michelangelo - Bij de galavoorstelling van het Lustrumspel waren aanwezig Koningin Beatrix en premier Ruud Lubbers, wiens zoon (een eerstejaars lid) een rol had in het stuk.
  • 1991 Bommel - Heer Ollie B.
  • 1996 Livingstone - de Schotse zendeling en ontdekkingsreiziger
  • 2001 Inspecteur Clouseau - voordien gestalte gegeven door Peter Sellers in de Pink Panther films
  • 2006 Peter Stuyvesant - de eenbenige gouverneur van de nederzetting Nieuw-Amsterdam, een nederzetting die later zou uitgroeien tot wat nu New York is.
  • 2011 Odysseus - de Homerische Griekse held. In de Griekse mythologie verandert de tovenares Kirke de metgezellen van Odysseus in varkens. In het lustrumspel keek de held verbaasd op toen Kirke zijn metgezellen in knorren veranderde.
  • 2016 Don Quichot - ook wel: Don Quichot & Sancho Panza, het eerste lustrum met twee Hoofdfiguren. Een bijzonder jaar omdat naast het Corpslustrum (380 jaar Universiteit, 380 jaar Utrechts studentenleven) ook het 200-jarig bestaan van de Sociëteit te vieren viel. De 40e lustrumdies van de kroeg werd op 26 februari gevierd.In juli vierde het USC lustrum. Don Quichot en Sancho Panza zijn figuren uit de roman De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha van Cervantes. Het feest van de fantasie. En over waanzin, vriendschap en zelfrelativering. Er werd een fraai beeld  Waanzin !  
    In de week voor het Lustrum liepen 24 leden een estafettetocht van La Mancha naar PHRM. Hiermee werd een groot geldbedrag opgehaald voor het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie.
    Dit beeld is een vergrote replica van een beeldje dat ooit gemaakt was door de honorair commissaris en honorair senator Prof. Dr. P.A. (Tom) Voûte, een van de grondleggers (velen menen de grondlegger) van de kinderoncologie in Nederland.
    van Don Quichot op de hoek van de Nobelstraat en de Keizerstraat geplaatst. Na vandalisme stond het beeld tijdelijk in depot. Senaat, de gemeente Utrecht en de Universiteit zijn samen tot een passende nieuwe plek gekomen, de tuin achter het Academiegebouw aan het Domplein. Voor wie een telwoord wil gebruiken, het 76e lustrum.
  • 2021 Giacomo Casanova - de man van de vrijheidsdrang. In een jaar dat beheerst werd door de Covid-situatie.
Francois_Villonpng.png
François Villon
Don_Quichotjpg.jpg
Don Quichot
 

Liederen

 Vivat SenatusIn de Almanak voor het jaar 1888, blz. 273 vv., staan de tekst en de bladmuziek van dit lied. Met de vermelding: “Uit de herinnering opgeschreven door Mr. J. Thiebout, Hon. Lid van den Sen. Veter.”
Thiebout maakte deel uit van de Senaat in 1850-1851. Het oorsprong-jaar van het Vivat Senatus blijft al met al mistig en de auteur(s) onbekend.
In die Almanak, en o.a. bij Van Vredenburch, blz. 295, staat het hele lied, drie strofen. Alleen het eerste couplet, hier weergegeven, wordt gezongen.
 

Vivat Senatus Veteranorum ! Leve de Senatus Veteranorum !
Vivat et eius Rector !                                            En leve zijn Rector !
Sit semper felix, expers malorum                  Moge hij (=de Senaat) altijd gelukkig zijn, gespaard voor kwade zaken
Sit ei Zeus Protector !                                          Dat Zeus diens beschermer zij !
Senatum nos agnoscimus,                                 Wij erkennen de Senaat,
Senatum nos diligimus,                                       De Senaat achten wij hoog,
Si iubet sors, defendimus,                                 Als het Lot het gebiedt, verdedigen wij die, (2x)
Si iubet sors, defendimus.

Jubelzang, beter bekend als Corpslied (1887)

 Tekst: C.R. van Lelyveld
 Muziek: M.W. Petri 

Wien liefde voor ons Corps bezielt
En wie zijn eer bedoelt,  Nu archaïsch: ‘wie de eer (van het Corps) nastreeft, ten doel heeft’
In ’t trouwen hart een gloed behield
Door geenen tijd bekoeld,
Die jubelt lustig, jubelt luid
Voor ’t Corps een vreugdezang
En zingt met blijde toonen uit
Ons Corps, het leve lang !
Het leve lang, het bloeie voort,
Het blijv’ een vriendenband.
Dan blijft de vreugd"Vreugde is een ernstige zaak, die niet lichtvaardig verwaarloosd mag worden. Vreugde is geen lichtzinnigheid, geen lolbroekerij, zij is de kleine zuster van het geluk.”, dixit de honorair senator C.R.C. Wijckerheld Bisdom in 1976 in zijn beantwoording, namens de reünisten, van de rede waarmee de toenmalige Rector zojuist het Lustrum  geopend had. er aan het woord,
Dan houdt er d’eendracht stand.
Lang levenJa,“leven". Zo schreef de auteur het. En zo staat het in het Liederboek van Coers. (Klassiek is de aanvoegende wijs derde persoon meervoud qua vorm gelijk aan de aantonende wijs.) Rector en Senaat !
Dat niets hun eer verstoor’
En leev’ zoo lang het Sticht bestaat,
Ook zijn Studenten Corps !


Corpslied uit De Maanbol In maart 1893 vond binnen het USC een opvoering plaats van een operette: Op den Maanbol. Het koor van maangeesten zong o.a. dit lied (daar met “uw Studentencorps”) dat populair werd en gezongen wordt als tweede Corpslied. Het staat bekend als ‘Corpslied uit De Maanbol’. (1893)

Tekst: H. Smissaert
 Muziek: M.W. Petri

’t is Utrecht, ons Studentencorps
Dat nooit van d’aard verdwijnt,
Daar steeds de Sol Iustitiae
Het met zijn gloed beschijnt.
De Zonne der Gerechtigheid
Wijkt nimmer uit haar baan.
Daarom gaat ons Studentencorps
Ook nimmer naar de Maan.

En vuile BeekmanUiteraard een latere toevoeging. die moet hangen
Hiep hiep hoera, hiep hiep hoera !
En vuile Beekman die moet hangen
Hiep hiep hoera, hiep hiep hoera !


 

Bronnen, verder lezen

Schets van eene geschiedenis van het Utrechtsche studentenleven, Dr. W.C.A. baron van Vredenburch (1914) 

Het Utrechtsch Studentenleven 1636-1936, (‘de Corpsbijbel’) Redactie: J. Bierens de Haan et al. (1936)

Jubels en maskeraden aan de Utrechtse universiteit, in Jaarboek Oud Utrecht (blz. 136-181).  J. van Herwaarden (1976) 

Het Utrechtsch Studenten Corps 1936-1986, Redactie: H.M. Blankenberg et al. (1986)

Maskerades, de lustrumvieringen van de Utrechtse Universiteit, in Universitaire folklore en rituelen, Symposium van de vakgroep geschiedenis van de Universiteit Utrecht op 21 juni 1996, (blz. 69 -78)  J.M. Jekel (1996)

Het Gele Huis, Redactie: J. van der Meer Mohr et al. (2000)

De lustrumfeesten te Utrecht in 1906, J.M. Jekel en A.J.A.M. Lisman (2006)

Het beste Jaar ! Het rijke Utrechtsche Studentenleven, J. van der Meer Mohr en J.M. Jekel (2010)

Het Utrechtse universitaire verzet, 1940-1945. Heb je Kafka gelezen? Dr. Frits Broeyer (2014)

Voor een kritische schets van het USC in de zestiger jaren van de vorige eeuw: Goed fout, herinneringen van een meeloper, Meindert Fennema, Prometheus/Bert Bakker (2015) 

Placet Hic Requiescere Musis 1816-2016,  Michiel Hegener tekst, Stephan Vanfleteren foto’s. (2016)

Woolloomooloo De eerste 50 jaar, Redactie Michiel Hegener, Wolter Wefers Bettink en Fred van Lier. (2020)

Voor het schitterende beeldmateriaal: Heel Utrecht loopt uit ! Spektakel in de straten tijdens de Universiteitslustra 1901-1961, Menno Hessels en Jeroen Jekel (2021)

(Het boek over Woolloomooloo is te verkrijgen via de boekhandel, sommige andere titels zijn eveneens te bestellen; zie de site van het Corpsmuseum onder Publicaties.)

Een in opzet complete versie van dit overzicht ging online op 5 mei 2022.  (Daarvóór stonden er embryonale voorstadia.)
Laatst bewerkt op 1 oktober 2024.